Bedrijven willen flexibele schil vergroten

Bedrijven willen flexibele schil vergroten
Ondernemingen willen in de toekomst meer gaan werken met flexibele arbeid.
Dat is volgens Michel de Lassacquère van Unique Uitzendbureau een van de opvallendste resultaten uit de MKB Marktmonitor 2009.
Volgens De Lassacquère, algemeen directeur Unique en initiatiefnemer van het onderzoek, is er een trend richting flexibilisering: ‘Veel bedrijven willen een kleine kern van vaste werknemers overhouden en meer gaan werken met flexibele arbeidskrachten. Je ziet duidelijk dat die constructie zijn functie heeft bewezen bij de huidige crisis. In de jaren tachtig waren er veel massaontslagen, nu nauwelijks meer. Dat is voor een groot deel te danken aan de huidige flexibilisering. Ik verwacht dat werkgevers hier in de toekomst dan ook nog meer gebruik van willen gaan maken.’
Gedwongen flexibiliteit
Volgens De Lassacquère heeft de crisis werknemers ook gedwongen om flexibeler te zijn. ‘Een mooi voorbeeld vind ik een bloemenbedrijf dat vanuit Aalsmeer bloemen exporteert naar de hele wereld. Doordat de flexibele schil niet behouden kon worden in verband met de kosten, is het flexpersoneel dat op vrijdag de vrachtwagens laadde ontslagen. Het kantoorpersoneel van deze organisatie heeft zich hierin zeer flexibel opgesteld. Iedereen, ook de P&O’er en de directeur, laadt nu op vrijdag in oude spijkerbroek de vrachtwagens vol met bloemen.’
Toch is de èchte vraag natuurlijk of deze door de omstandigheden -min of meer- gedwongen flexibiliteit, ook in de toekomst behouden blijft. ‘Dat vind ik heel moeilijk te zeggen. Ik hoop eigenlijk dat er wel iets blijft hangen. En mensen zijn er ook enthousiast over: ze komen in aanraking met nieuwe werkzaamheden en dat vinden ze leuk.’
Verminderde vraag
Uit analyse van de cijfers blijkt verder dat er een relatie is tussen de mate van economische neergang en een meer flexibele houding van het personeel: 64 procent van de organisaties met een verminderde vraag naar hun producten of diensten geeft aan dat hun personeel bereid is flexibeler te worden ingezet, terwijl van de bedrijven die geen verminderde vraag ervaren slechts 17 procent aangeeft dat er sprake is van een toename van de flexibiliteit. Het personeel is het meest flexibel in de bedrijven waar gesneden is in personeel. Wellicht is dat het gevolg van de baanonzekerheid.
Competenties en opleidingen De ondernemers signaleren weinig impact van de crisis op de benodigde competenties. Tweederde verwacht dat de competenties voor de vaste krachten gelijk blijven. Voor de flexkrachten verandert er qua competenties, ook in de toekomst, nog minder dan voor de vaste krachten. In verhouding verwachten de meeste horecaondernemers (driekwart) dat de benodigde competenties gelijk blijven. Bij de financiële instellingen ligt die verwachting het laagst (zestig procent).
Organisaties tot 10 werknemers denken maar in weinig gevallen andere competenties nodig te hebben (een kwart). Van de ondernemers verwacht een derde meer te gaan investeren in opleidingen, zestig procent van de organisaties verwacht hierin hetzelfde te investeren en 5 procent denkt minder te gaan uitgeven aan opleidingen.
Lager ziekteverzuim
Ook bij de afname van ziekteverzuim ziet de grotere MKB’er meer positief effect van de crisis dan de kleinere ondernemer. De 500+ bedrijven onderscheiden zich op dit punt niet van het MKB-gemiddelde. Als we de verschillende branches met elkaar vergelijken, dan blijkt dat vooral in de Industrie fors minder verzuimd wordt. In deze sector merkt 31 procent van de bedrijven een afname in het ziekteverzuim. In de non-profitsector is dit effect het geringst: in 13 procent van deze organisaties is sprake van minder ziekteverzuim.
(Bron: Basti Baroncini, redacteur P&Oactueel)